Klimaatdoelstellingen en energietransitie. Het is duidelijk dat we een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben bij het winnen van duurzame energie.
Dat doen we al lange tijd met windmolens. Daarnaast is het plaatsen van zonnepanelen op daken van woningen en bedrijfsgebouwen heel gebruikelijk geworden. Anders dan in omliggende landen gold dat bij ons tot voor kort niet voor het inrichten van zonneparken (ook wel zonnevelden of zonneakkers) op de grond. Maar dat is inmiddels veranderd. Veel van onze klanten en dus ook veel van onze medewerkers hebben te maken met aanvragen voor zonneparken.
Vergunningplicht en bestemmingsplan
Voor het aanleggen van zonneparken en de bijbehorende installaties is een omgevingsvergunning nodig. Voor het bouwen ervan, maar meestal ook voor het handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening. Oftewel het afwijken van het geldende bestemmingsplan. Zonneparken worden namelijk meestal gerealiseerd op grond met een agrarische bestemming. Het hoort dan meestal niet tot het toegelaten gebruik, zeker niet als dit zonnepark een zelfstandige (hoofd)functie is.
Herzien of afwijken
Als om een herziening van het bestemmingsplan wordt gevraagd is het mogelijk om gronden specifiek te bestemmen voor het zonnepark. Maar het is ook mogelijk om de bestaande bestemming te behouden en het zonnepark met een extra aanduiding toe te voegen aan het toegelaten gebruik.
Een bestemmingsplanherziening is vaak een zware en tijdrovende procedure, daarom is een afwijking van het bestemmingsplan gebruikelijker. We kennen verschillende gradaties in afwijkingsprocedures. Allereerst de binnenplanse afwijking. Deze kunnen we alleen toepassen als er in het bestemmingsplan al rekening is gehouden met de mogelijkheid om een zonnepark te realiseren. Dat is meestal niet het geval. Een andere gradatie is de buitenplanse afwijking. De lichte variant op grond van artikel 4 uit bijlage II bij het Besluit Omgevingsrecht. Voor de uitgebreide variant geldt de reguliere procedure. Daarbij moet de aanvraag worden voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Verder geldt de voorbereidingsprocedure op grond van afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht en is een verklaring van geen bedenkingen nodig van de gemeenteraad.
Reguliere procedure
Als we de reguliere procedure kunnen toepassen heeft dat uiteraard voordelen in proceduretijd en kosten. Maar de mogelijkheden daarvoor zijn strikt beperkt tot de in artikel 4 uit bijlage II benoemde categorieën van plannen. Dit zijn er 11. Over de onderdelen 1 tot en met 10 kunnen we kort zijn. Deze geven geen grondslag om de vergunning te verlenen. Onderdeel 11 is een bijzondere. Dit onderdeel geeft de mogelijkheid om medewerking te verlenen aan een afwijking van het bestemmingsplan voor een ander gebruik dan bedoeld in de voorgaande 10 onderdelen voor een periode van maximaal 10 jaar.
Uitspraken rechtmatige toepassing
Over het al dan niet rechtmatig toepassen van dit artikel zijn diverse uitspraken gedaan. Vooral omdat door tegenstanders in twijfel werd getrokken of het betreffende zonnepark na 10 jaar inderdaad weer ontmanteld zou worden. Maar de voorwaarde dat een tijdelijke afwijking beperkt is tot een plan dat ook voorziet in een tijdelijk behoefte is al sinds 1 november 2014 uit onze wetgeving geschrapt. Het is nu alleen nog bepalend of het feitelijk mogelijk en aannemelijk is dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd. En aan deze voorwaarde voldoet een zonnepark in de regel wel. Er zijn dus de nodige zonneparken gerealiseerd met een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan. De vraag of het ook daadwerkelijk de bedoeling is om deze na 10 jaar te ontmantelen houd ik hier graag in het midden. We zien nu vrijwel geen aanvragen meer waarbij een beroep wordt gedaan op de tijdelijke afwijkingsmogelijkheid.
Subsidie en tijdelijke afwijking gaan slecht samen
Helaas is energiewinning uit duurzame bronnen nog steeds relatief duur ten opzichte van energiewinning uit fossiele bronnen. Om duurzaam energiegebruik te bevorderen kan voor de aanleg van zonneparken een subsidieaanvraag worden ingediend op grond van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie. Daaraan zijn wel voorwaarden verbonden die in de loop der tijd zijn aangescherpt. In de huidige versie, de SDE+, is onder meer bepaald dat subsidie alleen wordt verstrekt voor projecten waarvan de uitvoerbaarheid is verzekerd voor de gehele looptijd van de subsidie. Omdat de maximale looptijd van de subsidie 15 jaar is en de maximale termijn voor een tijdelijke afwijking 10 jaar, ontstaat hier dus een probleem.
Investeren in communicatie
Goed, het wordt dus een uitgebreide afwijkingsprocedure. Dat betekent een ruimtelijke onderbouwing, een verklaring van geen bedenkingen en een ontwerp dat zes weken lang ter inzage moet liggen met de bijbehorende mogelijkheid voor zienswijzen. Het is natuurlijk belangrijk om het plan ruimtelijk en beleidsmatig te verantwoorden in een ruimtelijke onderbouwing. Maar het is minstens zo belangrijk om op de juiste manier met de omgeving om te gaan. Dit kan door de feitelijke effecten op de omgeving zoveel mogelijk te beperken met de locatie, situering en eventuele (groene) afscherming. Maar de communicatie over het plan is net zo belangrijk. Initiatiefnemers hebben weleens de neiging om de reactie van de omgeving te onderschatten. Ze zijn immers ‘groen’ bezig in ieders belang, de zonnepanelen zijn relatief laag, en met een groenstrook eromheen zie je er bijna niets van. Maar dat zegt niets over de inbreuk op de vertrouwde leefomgeving die een zonnepark met zich meebrengt. En een valse start leidt onherroepelijk tot vertraging van de plannen.
Zoals bij alle ruimtelijke initiatieven is het belangrijk om aan de voorkant te investeren in een goede verstandhouding met omwonenden. Bij dit soort relatief nieuwe plannen is dat extra belangrijk. De tijd die daaraan wordt besteed is niet verloren, maar juist een investering die je in veelvoud terugwint als dat zienswijzen en beroepsprocedures voorkomt.
Door: Menno Proper
Klimaatdoelstellingen en energietransitie. Het is duidelijk dat we een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben bij het winnen van duurzame energie.
Door: Menno Proper
Dat doen we al lange tijd met windmolens. Daarnaast is het plaatsen van zonnepanelen op daken van woningen en bedrijfsgebouwen heel gebruikelijk geworden. Anders dan in omliggende landen gold dat bij ons tot voor kort niet voor het inrichten van zonneparken (ook wel zonnevelden of zonneakkers) op de grond. Maar dat is inmiddels veranderd. Veel van onze klanten en dus ook veel van onze medewerkers hebben te maken met aanvragen voor zonneparken.
Vergunningplicht en bestemmingsplan
Voor het aanleggen van zonneparken en de bijbehorende installaties is een omgevingsvergunning nodig. Voor het bouwen ervan, maar meestal ook voor het handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening. Oftewel het afwijken van het geldende bestemmingsplan. Zonneparken worden namelijk meestal gerealiseerd op grond met een agrarische bestemming. Het hoort dan meestal niet tot het toegelaten gebruik, zeker niet als dit zonnepark een zelfstandige (hoofd)functie is.
Herzien of afwijken
Als om een herziening van het bestemmingsplan wordt gevraagd is het mogelijk om gronden specifiek te bestemmen voor het zonnepark. Maar het is ook mogelijk om de bestaande bestemming te behouden en het zonnepark met een extra aanduiding toe te voegen aan het toegelaten gebruik.
Een bestemmingsplanherziening is vaak een zware en tijdrovende procedure, daarom is een afwijking van het bestemmingsplan gebruikelijker. We kennen verschillende gradaties in afwijkingsprocedures. Allereerst de binnenplanse afwijking. Deze kunnen we alleen toepassen als er in het bestemmingsplan al rekening is gehouden met de mogelijkheid om een zonnepark te realiseren. Dat is meestal niet het geval. Een andere gradatie is de buitenplanse afwijking. De lichte variant op grond van artikel 4 uit bijlage II bij het Besluit Omgevingsrecht. Voor de uitgebreide variant geldt de reguliere procedure. Daarbij moet de aanvraag worden voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Verder geldt de voorbereidingsprocedure op grond van afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht en is een verklaring van geen bedenkingen nodig van de gemeenteraad.
Reguliere procedure
Als we de reguliere procedure kunnen toepassen heeft dat uiteraard voordelen in proceduretijd en kosten. Maar de mogelijkheden daarvoor zijn strikt beperkt tot de in artikel 4 uit bijlage II benoemde categorieën van plannen. Dit zijn er 11. Over de onderdelen 1 tot en met 10 kunnen we kort zijn. Deze geven geen grondslag om de vergunning te verlenen. Onderdeel 11 is een bijzondere. Dit onderdeel geeft de mogelijkheid om medewerking te verlenen aan een afwijking van het bestemmingsplan voor een ander gebruik dan bedoeld in de voorgaande 10 onderdelen voor een periode van maximaal 10 jaar.
Uitspraken rechtmatige toepassing
Over het al dan niet rechtmatig toepassen van dit artikel zijn diverse uitspraken gedaan. Vooral omdat door tegenstanders in twijfel werd getrokken of het betreffende zonnepark na 10 jaar inderdaad weer ontmanteld zou worden. Maar de voorwaarde dat een tijdelijke afwijking beperkt is tot een plan dat ook voorziet in een tijdelijk behoefte is al sinds 1 november 2014 uit onze wetgeving geschrapt. Het is nu alleen nog bepalend of het feitelijk mogelijk en aannemelijk is dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd. En aan deze voorwaarde voldoet een zonnepark in de regel wel. Er zijn dus de nodige zonneparken gerealiseerd met een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan. De vraag of het ook daadwerkelijk de bedoeling is om deze na 10 jaar te ontmantelen houd ik hier graag in het midden. We zien nu vrijwel geen aanvragen meer waarbij een beroep wordt gedaan op de tijdelijke afwijkingsmogelijkheid.
Subsidie en tijdelijke afwijking gaan slecht samen
Helaas is energiewinning uit duurzame bronnen nog steeds relatief duur ten opzichte van energiewinning uit fossiele bronnen. Om duurzaam energiegebruik te bevorderen kan voor de aanleg van zonneparken een subsidieaanvraag worden ingediend op grond van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie. Daaraan zijn wel voorwaarden verbonden die in de loop der tijd zijn aangescherpt. In de huidige versie, de SDE+, is onder meer bepaald dat subsidie alleen wordt verstrekt voor projecten waarvan de uitvoerbaarheid is verzekerd voor de gehele looptijd van de subsidie. Omdat de maximale looptijd van de subsidie 15 jaar is en de maximale termijn voor een tijdelijke afwijking 10 jaar, ontstaat hier dus een probleem.
Investeren in communicatie
Goed, het wordt dus een uitgebreide afwijkingsprocedure. Dat betekent een ruimtelijke onderbouwing, een verklaring van geen bedenkingen en een ontwerp dat zes weken lang ter inzage moet liggen met de bijbehorende mogelijkheid voor zienswijzen. Het is natuurlijk belangrijk om het plan ruimtelijk en beleidsmatig te verantwoorden in een ruimtelijke onderbouwing. Maar het is minstens zo belangrijk om op de juiste manier met de omgeving om te gaan. Dit kan door de feitelijke effecten op de omgeving zoveel mogelijk te beperken met de locatie, situering en eventuele (groene) afscherming. Maar de communicatie over het plan is net zo belangrijk. Initiatiefnemers hebben weleens de neiging om de reactie van de omgeving te onderschatten. Ze zijn immers ‘groen’ bezig in ieders belang, de zonnepanelen zijn relatief laag, en met een groenstrook eromheen zie je er bijna niets van. Maar dat zegt niets over de inbreuk op de vertrouwde leefomgeving die een zonnepark met zich meebrengt. En een valse start leidt onherroepelijk tot vertraging van de plannen.
Zoals bij alle ruimtelijke initiatieven is het belangrijk om aan de voorkant te investeren in een goede verstandhouding met omwonenden. Bij dit soort relatief nieuwe plannen is dat extra belangrijk. De tijd die daaraan wordt besteed is niet verloren, maar juist een investering die je in veelvoud terugwint als dat zienswijzen en beroepsprocedures voorkomt.