Overheden hebben binnen De Omgevingswet enkele kerninstrumenten tot hun beschikking in verschillende fasen van de beleidscyclus (zie afbeelding). Gemeenten, provincies en Rijk leggen in de omgevingsvisie strategische hoofdkeuzes vast voor de lange termijn.
Het beleid van de omgevingsvisie wordt met het programma concreet uitgewerkt in projecten en activiteiten. Men kan programma’s opzetten voor een bepaald onderdeel van het beleid (energie, klimaat, bereikbaarheid) of voor een bepaald gebied.
De doorwerking van het beleid van provincies en het Rijk gaat via algemene regels en regels in de omgevingsverordening. Ook gemeenten kunnen regels en normen opnemen in een omgevingsplan en daarmee kaders bieden voor de beoordeling van projecten en activiteiten. Via een omgevingsvergunning of projectbesluit geven overheden toestemming voor bepaalde projecten en activiteiten. Op basis van het monitoren van de kwaliteit van de leefomgeving kan men het beleid en de uitvoering daarvan bijstellen.
Door: Peter van de Laak
Integrale benadering
De Omgevingswet gaat uit van een integrale benadering van de fysieke leefomgeving. Rijk, provincies en gemeenten ontwikkelen integraal beleid waarin de belangen van economie, bereikbaarheid, kwaliteit van leven, gezondheid, milieu, water en natuur in samenhang op elkaar worden afgestemd. Horizontale afstemming binnen elk niveau van de overheid staat centraal. Dat is al een hele opgave. Het verdient waardering als dat ook goed lukt. Toch zijn er ook regio’s waar urgente opgaven en belangen van Rijk, provincie en gemeenten samenkomen. In die regio’s is een integrale benadering nodig tussen meerdere beleidsdomeinen en bestuursniveaus. De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) zou die regio’s kunnen aanwijzen. Goede voorbeelden zijn Amsterdam/Schiphol, Groene Hart en Zeeuwse kust/Deltawateren. Er spelen grote nationale en provinciale belangen en dilemma’s tussen economie, kwaliteit van leven, natuur en landschap. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de realisatie van Rijks- en provinciaal beleid, maar hebben ook hun eigen wensenlijstje.
Transitieopgaven
Gemeenten hebben ambities op het gebied van energietransitie, klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit, maar kunnen die transitieopgaven niet alleen tot een goed einde brengen. Samenwerking met andere regiogemeenten, bedrijfsleven, woningcorporaties en andere maatschappelijke partners is noodzakelijk. Er zijn immers nieuwe investeringen nodig in duurzame energiecapaciteit, warmtenetten, elektrische oplaadvoorzieningen, fietssnelwegen en energiezuinige woningen. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om de emissies van stikstof, bestrijdingsmiddelen, CO2 en verdroging terug te dringen. De alarmklok heeft al geluid over de sterke achteruitgang van insecten en akker- en weidevogels. We moeten ervoor zorgen dat essentiële economische, sociale en ecologische voorraden in stand blijven om de welvaart veilig te stellen voor toekomstige generaties. Dat kan alleen als ook de emissies, het afval en de verdroging worden teruggedrongen.
Monitoring
Bestuurders staan dus voor een complexe uitdaging. Integrale afwegingen maken, meedenken over oplossingen en invloed uitoefenen op andere bestuursniveaus. Het beschikken over essentiële informatie en inzicht in de voortgang van de verschillende transitieopgaven komt dan goed van pas. Een monitor in de vorm van een dashboard kan daarbij uitkomst bieden. Het dashboard bestaat uit drie aparte delen: economisch vestigingsklimaat, kwaliteit van leven en ecologische draagkracht. Elk deel bevat een beperkte set van indicatoren. Visualisatie is mogelijk in de vorm van een spindiagram. Alleen op die manier is complexe informatie overzichtelijk bij elkaar te brengen. Bestuurders kunnen met de informatie van het dashboard afwegingen maken tussen investeren in strategische voorraden of ingrijpen in de stromen die voorraden doen verminderen.
Kompas voor duurzame ontwikkeling
In het boekje ‘Dashboard voor stedelijke regio’s’ is het idee van een dashboard als kompas voor duurzame ontwikkeling toegelicht en uitgewerkt. Het dashboard helpt om een betere structuur aan te brengen in de informatievoorziening. Informatie over de economie en sociale staat van de stad, lokale milieukwaliteit en natuurwaarden is vaak versnipperd en onvolledig. Relevante data zijn beschikbaar in diverse databases bij o.a. omgevingsdiensten, provincie, VNG en CBS, maar zijn niet altijd toegankelijk. Bovendien hebben deze data meestal nog bewerkingen nodig. In een pilot kan het dashboard verder worden ontwikkeld en toegepast.
Het boekje ‘Dashboard voor stedelijke regio’s, kompas voor duurzame ontwikkeling’ kost € 24,95 (inclusief btw en verzendkosten). Bestellen kan door een mail te sturen naar info@milieuregie.nl
Door: Peter van de Laak
Overheden hebben binnen De Omgevingswet enkele kerninstrumenten tot hun beschikking in verschillende fasen van de beleidscyclus (zie afbeelding). Gemeenten, provincies en Rijk leggen in de omgevingsvisie strategische hoofdkeuzes vast voor de lange termijn.
Het beleid van de omgevingsvisie wordt met het programma concreet uitgewerkt in projecten en activiteiten. Men kan programma’s opzetten voor een bepaald onderdeel van het beleid (energie, klimaat, bereikbaarheid) of voor een bepaald gebied.
De doorwerking van het beleid van provincies en het Rijk gaat via algemene regels en regels in de omgevingsverordening. Ook gemeenten kunnen regels en normen opnemen in een omgevingsplan en daarmee kaders bieden voor de beoordeling van projecten en activiteiten. Via een omgevingsvergunning of projectbesluit geven overheden toestemming voor bepaalde projecten en activiteiten. Op basis van het monitoren van de kwaliteit van de leefomgeving kan men het beleid en de uitvoering daarvan bijstellen.
Integrale benadering
De Omgevingswet gaat uit van een integrale benadering van de fysieke leefomgeving. Rijk, provincies en gemeenten ontwikkelen integraal beleid waarin de belangen van economie, bereikbaarheid, kwaliteit van leven, gezondheid, milieu, water en natuur in samenhang op elkaar worden afgestemd. Horizontale afstemming binnen elk niveau van de overheid staat centraal. Dat is al een hele opgave. Het verdient waardering als dat ook goed lukt. Toch zijn er ook regio’s waar urgente opgaven en belangen van Rijk, provincie en gemeenten samenkomen. In die regio’s is een integrale benadering nodig tussen meerdere beleidsdomeinen en bestuursniveaus. De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) zou die regio’s kunnen aanwijzen. Goede voorbeelden zijn Amsterdam/Schiphol, Groene Hart en Zeeuwse kust/Deltawateren. Er spelen grote nationale en provinciale belangen en dilemma’s tussen economie, kwaliteit van leven, natuur en landschap. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de realisatie van Rijks- en provinciaal beleid, maar hebben ook hun eigen wensenlijstje.
Transitieopgaven
Gemeenten hebben ambities op het gebied van energietransitie, klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit, maar kunnen die transitieopgaven niet alleen tot een goed einde brengen. Samenwerking met andere regiogemeenten, bedrijfsleven, woningcorporaties en andere maatschappelijke partners is noodzakelijk. Er zijn immers nieuwe investeringen nodig in duurzame energiecapaciteit, warmtenetten, elektrische oplaadvoorzieningen, fietssnelwegen en energiezuinige woningen. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om de emissies van stikstof, bestrijdingsmiddelen, CO2 en verdroging terug te dringen. De alarmklok heeft al geluid over de sterke achteruitgang van insecten en akker- en weidevogels. We moeten ervoor zorgen dat essentiële economische, sociale en ecologische voorraden in stand blijven om de welvaart veilig te stellen voor toekomstige generaties. Dat kan alleen als ook de emissies, het afval en de verdroging worden teruggedrongen.
Monitoring
Bestuurders staan dus voor een complexe uitdaging. Integrale afwegingen maken, meedenken over oplossingen en invloed uitoefenen op andere bestuursniveaus. Het beschikken over essentiële informatie en inzicht in de voortgang van de verschillende transitieopgaven komt dan goed van pas. Een monitor in de vorm van een dashboard kan daarbij uitkomst bieden. Het dashboard bestaat uit drie aparte delen: economisch vestigingsklimaat, kwaliteit van leven en ecologische draagkracht. Elk deel bevat een beperkte set van indicatoren. Visualisatie is mogelijk in de vorm van een spindiagram. Alleen op die manier is complexe informatie overzichtelijk bij elkaar te brengen. Bestuurders kunnen met de informatie van het dashboard afwegingen maken tussen investeren in strategische voorraden of ingrijpen in de stromen die voorraden doen verminderen.
Kompas voor duurzame ontwikkeling
In het boekje ‘Dashboard voor stedelijke regio’s’ is het idee van een dashboard als kompas voor duurzame ontwikkeling toegelicht en uitgewerkt. Het dashboard helpt om een betere structuur aan te brengen in de informatievoorziening. Informatie over de economie en sociale staat van de stad, lokale milieukwaliteit en natuurwaarden is vaak versnipperd en onvolledig. Relevante data zijn beschikbaar in diverse databases bij o.a. omgevingsdiensten, provincie, VNG en CBS, maar zijn niet altijd toegankelijk. Bovendien hebben deze data meestal nog bewerkingen nodig. In een pilot kan het dashboard verder worden ontwikkeld en toegepast.
Het boekje ‘Dashboard voor stedelijke regio’s, kompas voor duurzame ontwikkeling’ kost € 24,95 (inclusief btw en verzendkosten). Bestellen kan door een mail te sturen naar info@milieuregie.nl