5
Door: Michel Konings
Gevolgen Omgevingswet voor het bouwbesluit

Alle bouwwerken in Nederland moeten voldoen aan het Bouwbesluit. Sinds het Bouwbesluit 1992 zijn er vrijwel ieder half jaar wijzigingen doorgevoerd in de wetteksten. Denk bijvoorbeeld aan het aanscherpen van de EPC-eis of aanpassing van de vereiste isolatiewaarden. In dit artikel de gevolgen van de Omgevingswet voor het Bouwbesluit.

Een conversie is iets anders dan een wijziging omdat er bij een conversie echt iets wezenlijks verandert. In 2003 gebeurde dat met de opzet en structuur van het Bouwbesluit, het Bouwbesluit 2003 werd van kracht. Zo werken we sindsdien bijvoorbeeld met aansturingstabellen en kennen we gebruiksfuncties in plaats van de tot dat moment geldende gebouwfuncties. Ook daarna bleven de halfjaarlijkse wijzigingen elkaar opvolgen.

Bouwbesluit 2012
In 2012 vond opnieuw een grote wijziging plaats. Toen werd vooral het bereik van het Bouwbesluit vergroot door opname van overige algemene maatregelen van bestuur en grote delen van de Bouwverordening. De sloopmelding en gebruiksmelding in hoofdstuk 1, het gebruik van gebouwen, open erven en terreinen in hoofdstuk 7 en de bouw- en sloopwerkzaamheden uit hoofdstuk 8 zijn daarvan het bewijs. Inmiddels zijn ook in dit Bouwbesluit veel wijzigingen doorgevoerd. Tegenwoordig moeten dakkapellen en bijbehorende bouwwerken ook bij verbouw gewoon voldoen aan de nieuwbouweisen met betrekking tot energiezuinigheid, spreken we niet meer van Energieprestatie coëfficiënt maar van een Bijna Energie Neutraal Gebouw en is de Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken ingevoerd. Daarbij moeten we ook steeds meer rekening houden met elektronische communicatie en oplaadmogelijkheden voor elektrische auto’s. Per 1 juli 2022 zullen er opnieuw de nodige wijzigingen volgen. 


Invloed Omgevingswet 
Vanaf 1 januari 2023 zal naar verwachting de Omgevingswet in werking treden. Tegelijk met deze enorme wetswijziging wordt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen van kracht.
De Omgevingswet beïnvloedt nagenoeg alle bouwgerelateerde wetten en regels dus ook het Bouwbesluit. Dat zal vanaf dat moment het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) gaan heten. In grote lijnen toetsen we daarmee aan dezelfde onderdelen en artikelen als in het Bouwbesluit 2012, ze zijn alleen anders gerangschikt. 

Het Bouwbesluit kent verschillende hoofdstukken voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid met daaronder de afdelingen met beoordelingsaspecten zoals constructieve veiligheid, overbruggen van hoogteverschillen, daglicht etc. Deze afdelingen zijn meestal onderverdeeld in een paragraaf voor nieuwbouw (met daaronder verbouw en tijdelijke bouw) en een paragraaf voor bestaande bouw. 

Het BBL heeft een hoofdstuk voor bestaande bouw met daaronder afdelingen voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid in plaats van energiezuinigheid en milieu. De afdelingen zijn onderverdeeld in paragrafen voor de verschillende beoordelingsaspecten zoals luchtverversing, daglicht, vluchtroutes en dergelijke. Daarnaast is er een apart hoofdstuk voor nieuwbouw en een hoofdstuk voor verbouw en verplaatsing van een bouwwerk en het wijzigen van een gebruiksfunctie. 


Inhoudelijke wijzigingen
Onder de Omgevingswet verhuist een aantal regels van het Rijk naar de gemeenten. Die regels worden automatisch in het tijdelijke deel van het Omgevingsplan opgenomen. Dit noemen we onder de Omgevingswet de ‘bruidsschat’. Ook een aantal zaken uit het Bouwbesluit verhuist zo naar het Omgevingsplan en zal dus niet terugkomen in het BBL. Denk aan bluswatervoorziening, bereikbaarheid hulpdiensten, opstelplaatsen voor brandweervoertuigen, aansluiting op riolering, drinkwater, warmte, gas en elektriciteit, overbewoning en bouwvalligheid. 

Verder worden er nieuwe zaken opgenomen in het BBL die niet in het Bouwbesluit te vinden zijn. Zo zal de huidige vergunningsvrije regeling volgens Bor-bijlage II in een iets gewijzigde vorm worden opgenomen in het BBL. Daarbij zal het oude Bor-bijlage II, artikel 3 als bruidsschat wordt opgenomen in het Omgevingsplan.

Maatwerkregels, maatwerkvoorschriften en normadressaten 
Binnen het BBL werken we met maatwerkregels, maatwerkvoorschriften en normadressaten. Een maatwerkregel is een lokale uitwerking van een algemene regel van het Rijk. De gemeente mag dat onderdeel, voor zover hiervoor toestemming is verleend, toespitsen op een lokale situatie binnen een aangegeven bereik. 

Een maatwerkvoorschrift is een specifiek voorschrift voor een bepaalde activiteit. Ook hieraan zitten grenzen. De gemeente kan bijvoorbeeld een maatwerkregel opstellen voor het onderdeel bergingen binnen het BBL. Hiermee kan de gemeente afwijken van het nieuwbouwvoorschrift voor alle woningen binnen de gemeente. Een maatwerkvoorschrift kan zijn dat voor een specifiek bouwwerk afwijkende voorschriften worden gesteld zoals een kleinere berging dan is vereist. Dit geldt dan alleen voor die specifieke situatie. Een maatwerkvoorschrift betreft wel een beschikking.

In het BBL staat voor wie de regels uit dat hoofdstuk gelden, dus wie zorgdraagt voor de naleving van de regels voor de activiteit. Dit kan de bouwer of verbouwer van een bouwwerk zijn, maar ook de eigenaar of gebruiker. Dit wordt het normadressaat genoemd.

Wijzigingen zijn onder voorbehoud
Alle bovenstaande wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 naar het BBL zijn nog onder voorbehoud omdat de definitieve versie van de wettekst nog niet beschikbaar is. Daarvoor moeten we toch echt wachten totdat het BBL in werking treedt. 

Een conversie is iets anders dan een wijziging omdat er bij een conversie echt iets wezenlijks verandert. In 2003 gebeurde dat met de opzet en structuur van het Bouwbesluit, het Bouwbesluit 2003 werd van kracht. Zo werken we sindsdien bijvoorbeeld met aansturingstabellen en kennen we gebruiksfuncties in plaats van de tot dat moment geldende gebouwfuncties. Ook daarna bleven de halfjaarlijkse wijzigingen elkaar opvolgen.

Bouwbesluit 2012
In 2012 vond opnieuw een grote wijziging plaats. Toen werd vooral het bereik van het Bouwbesluit vergroot door opname van overige algemene maatregelen van bestuur en grote delen van de Bouwverordening. De sloopmelding en gebruiksmelding in hoofdstuk 1, het gebruik van gebouwen, open erven en terreinen in hoofdstuk 7 en de bouw- en sloopwerkzaamheden uit hoofdstuk 8 zijn daarvan het bewijs. Inmiddels zijn ook in dit Bouwbesluit veel wijzigingen doorgevoerd. Tegenwoordig moeten dakkapellen en bijbehorende bouwwerken ook bij verbouw gewoon voldoen aan de nieuwbouweisen met betrekking tot energiezuinigheid, spreken we niet meer van Energieprestatie coëfficiënt maar van een Bijna Energie Neutraal Gebouw en is de Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken ingevoerd. Daarbij moeten we ook steeds meer rekening houden met elektronische communicatie en oplaadmogelijkheden voor elektrische auto’s. Per 1 juli 2022 zullen er opnieuw de nodige wijzigingen volgen. 


Invloed Omgevingswet 
Vanaf 1 januari 2023 zal naar verwachting de Omgevingswet in werking treden. Tegelijk met deze enorme wetswijziging wordt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen van kracht.
De Omgevingswet beïnvloedt nagenoeg alle bouwgerelateerde wetten en regels dus ook het Bouwbesluit. Dat zal vanaf dat moment het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) gaan heten. In grote lijnen toetsen we daarmee aan dezelfde onderdelen en artikelen als in het Bouwbesluit 2012, ze zijn alleen anders gerangschikt. 

Het Bouwbesluit kent verschillende hoofdstukken voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid met daaronder de afdelingen met beoordelingsaspecten zoals constructieve veiligheid, overbruggen van hoogteverschillen, daglicht etc. Deze afdelingen zijn meestal onderverdeeld in een paragraaf voor nieuwbouw (met daaronder verbouw en tijdelijke bouw) en een paragraaf voor bestaande bouw. 

Het BBL heeft een hoofdstuk voor bestaande bouw met daaronder afdelingen voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid in plaats van energiezuinigheid en milieu. De afdelingen zijn onderverdeeld in paragrafen voor de verschillende beoordelingsaspecten zoals luchtverversing, daglicht, vluchtroutes en dergelijke. Daarnaast is er een apart hoofdstuk voor nieuwbouw en een hoofdstuk voor verbouw en verplaatsing van een bouwwerk en het wijzigen van een gebruiksfunctie. 


Inhoudelijke wijzigingen
Onder de Omgevingswet verhuist een aantal regels van het Rijk naar de gemeenten. Die regels worden automatisch in het tijdelijke deel van het Omgevingsplan opgenomen. Dit noemen we onder de Omgevingswet de ‘bruidsschat’. Ook een aantal zaken uit het Bouwbesluit verhuist zo naar het Omgevingsplan en zal dus niet terugkomen in het BBL. Denk aan bluswatervoorziening, bereikbaarheid hulpdiensten, opstelplaatsen voor brandweervoertuigen, aansluiting op riolering, drinkwater, warmte, gas en elektriciteit, overbewoning en bouwvalligheid. 

Verder worden er nieuwe zaken opgenomen in het BBL die niet in het Bouwbesluit te vinden zijn. Zo zal de huidige vergunningsvrije regeling volgens Bor-bijlage II in een iets gewijzigde vorm worden opgenomen in het BBL. Daarbij zal het oude Bor-bijlage II, artikel 3 als bruidsschat wordt opgenomen in het Omgevingsplan.

Maatwerkregels, maatwerkvoorschriften en normadressaten 
Binnen het BBL werken we met maatwerkregels, maatwerkvoorschriften en normadressaten. Een maatwerkregel is een lokale uitwerking van een algemene regel van het Rijk. De gemeente mag dat onderdeel, voor zover hiervoor toestemming is verleend, toespitsen op een lokale situatie binnen een aangegeven bereik. 

Een maatwerkvoorschrift is een specifiek voorschrift voor een bepaalde activiteit. Ook hieraan zitten grenzen. De gemeente kan bijvoorbeeld een maatwerkregel opstellen voor het onderdeel bergingen binnen het BBL. Hiermee kan de gemeente afwijken van het nieuwbouwvoorschrift voor alle woningen binnen de gemeente. Een maatwerkvoorschrift kan zijn dat voor een specifiek bouwwerk afwijkende voorschriften worden gesteld zoals een kleinere berging dan is vereist. Dit geldt dan alleen voor die specifieke situatie. Een maatwerkvoorschrift betreft wel een beschikking.

In het BBL staat voor wie de regels uit dat hoofdstuk gelden, dus wie zorgdraagt voor de naleving van de regels voor de activiteit. Dit kan de bouwer of verbouwer van een bouwwerk zijn, maar ook de eigenaar of gebruiker. Dit wordt het normadressaat genoemd.

Wijzigingen zijn onder voorbehoud
Alle bovenstaande wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 naar het BBL zijn nog onder voorbehoud omdat de definitieve versie van de wettekst nog niet beschikbaar is. Daarvoor moeten we toch echt wachten totdat het BBL in werking treedt. 

Alle bouwwerken in Nederland moeten voldoen aan het Bouwbesluit. Sinds het Bouwbesluit 1992 zijn er vrijwel ieder half jaar wijzigingen doorgevoerd in de wetteksten. Denk bijvoorbeeld aan het aanscherpen van de EPC-eis of aanpassing van de vereiste isolatiewaarden. In dit artikel de gevolgen van de Omgevingswet voor het Bouwbesluit.

5
Door: Michel Konings
Gevolgen Omgevingswet voor het bouwbesluit