Op 14 januari 2021 deed het Europees Hof uitspraak over een aantal prejudiciële vragen van de Rechtbank Limburg naar aanleiding van een beroepszaak tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor een varkensstal. Deze uitspraak gaat mogelijk grote gevolgen hebben voor de toepassing van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarin de zogenaamde personenfuik opgenomen is. Oftewel beroep is alleen mogelijk als de indiener ook deelnam aan de voorbereidingsprocedure. Het Europees Hof heeft bepaald dat belanghebbenden hiermee onterecht de mogelijkheid tot het instellen van beroep wordt ontnomen. Deze werkwijze zou in strijd zijn met artikel 9 van het Verdrag van Aarhus.
Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke Ordening
De zaak is begonnen met het verlenen van een omgevingsvergunning voor een varkensstal door een gemeente in Limburg. Deze omgevingsvergunning is verleend met de uitgebreide procedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat een ieder zienswijzen kan indienen tegen het ontwerpbesluit. Tegen het definitieve besluit staat beroep open door belanghebbenden.
Oordeel Rechtbank
In artikel 6.13 van de Awb is geregeld dat geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingediend door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 van de Awb naar voren heeft gebracht, geen bezwaar heeft gemaakt of geen administratief beroep heeft ingesteld. In dit geval heeft de Rechtbank geoordeeld dat de vergunde uitbreiding onder de werking van het Verdrag van Aarhus en een aantal Europese milieurichtlijnen ter uitvoering van dit verdrag valt. Het Verdrag van Aarhus regelt de toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. Dit verdrag is in werking getreden op 30 oktober 2001.
Prejudiciële vragen aan het Europees Hof
De Rechtbank Limburg twijfelde of de betreffende rechtspraktijk in Nederland zoals hiervoor omschreven wel voldoet aan het Verdrag van Aarhus en stelde daarom zogenaamde prejudiciële vragen aan het Europees Hof. De beantwoording op 14 januari 2021 komt op het volgende neer.
Allereerst oordeelt het Europees Hof dat voor rechtspersonen die opkomen voor milieubescherming en daardoor tot het betrokken publiek behoren (dus belanghebbende zijn) artikel 9, lid 2 van het Verdrag van Aarhus geldt. Dit artikel verzet zich tegen de praktijk waarin de toegang tot de rechter beperkt wordt tot degenen die deelnamen aan de voorbereidingsprocedure. Dit betekent dat belanghebbenden beroep kunnen aantekenen ook als zij geen zienswijze hebben ingediend.
Ten tweede oordeelt het Europees Hof dat voor particulieren en rechtspersonen die niet tot het betrokken publiek horen (een ieder) artikel 9, lid 3 geldt. Dit betekent dat er toegang tot de Rechter moet zijn voor degenen die deelnamen aan de voorbereidingsprocedure. Daarom kan een ieder dus zienswijzen indienen tegen een ontwerpbesluit en mogen degenen die hiervan gebruikmaken ook beroep aantekenen bij de Rechtbank. Ook als zij geen belanghebbende zijn.
De wetgever aan zet
Een uitspraak van het Europees Hof is niet rechtstreeks bindend. Het is dus afwachten wat de wetgever met deze uitspraak gaat doen en vooruitlopend daarop de Nederlandse rechtspraak. De wetgever is aan zet om te bezien of onder meer artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht gewijzigd moet worden en op welke manier. Het is ook interessant om de reikwijdte van deze uitspraak te bezien. Heeft het alleen betrekking op milieuzaken of bijvoorbeeld ook op ruimtelijke ordening en bouwzaken? Die overigens vaak milieugevolgen hebben en waar deze praktijk regelmatig aan de orde is.
Daarnaast is de vraag of deze uitspraak alleen gevolgen heeft voor milieuorganisaties of ook voor andere natuurlijke en rechtspersonen. De Nederlandse rechtspraak zal vooruitlopend op mogelijke wetaanpassingen moeten kijken wat de gevolgen van deze uitspraak zijn. Het is interessant welke jurisprudentie hieruit voortvloeit. Het laatste woord is er nog niet over gesproken.
*Bronnen:
www.rechtspraak.nl
Wikipedia
www.wetten.overheid.nl
Op 14 januari 2021 deed het Europees Hof uitspraak over een aantal prejudiciële vragen van de Rechtbank Limburg naar aanleiding van een beroepszaak tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor een varkensstal. Deze uitspraak gaat mogelijk grote gevolgen hebben voor de toepassing van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarin de zogenaamde personenfuik opgenomen is. Oftewel beroep is alleen mogelijk als de indiener ook deelnam aan de voorbereidingsprocedure. Het Europees Hof heeft bepaald dat belanghebbenden hiermee onterecht de mogelijkheid tot het instellen van beroep wordt ontnomen. Deze werkwijze zou in strijd zijn met artikel 9 van het Verdrag van Aarhus.